De alpaca De alpaca Op deze pagina vind je allerlei informatie terug van de alpaca, bijvoorbeeld waar komen ze vandaan, tot welke diersoort behoren ze, wat eten ze, hoe ga je met een alpaca om,… Indien je zelf nog vragen hebt kan je ons gerust je vraag stellen.
Het leven van een alpaca De alpaca is familie van de kameelachtigen en is een evenhoevig zoogdier. Het mannetje heet een hengst in onze volksmond maar officieel heet hij een macho en het vrouwtje heet een hembra maar wij zeggen een merrie in België. Jongen worden cria’s genoemd, of veulens. Oorspronkelijk komt de alpaca van Zuid-Amerika waar het Andesgebergte ligt. Ze zijn gedomesticeerd en worden dus gehouden door de mens. Indien je zelf een alpaca zou willen houden moet je weten dat dit dier niet alleen kan leven. Het zijn kuddedieren en wonen dus altijd met 2 of meerdere samen.
Levensduur en dracht Wanneer een alpaca geboren wordt kunnen die ongeveer 20 jaar oud worden. Een merrie wordt vruchtbaar tussen de 12 en 14 maanden. Een hengst is vruchtbaar vanaf 18 tot 30 maanden. Vanaf dan kunnen de alpaca’s zich voortplanten. Bij een dekking gaat de hengst zich op de merrie leggen. Wanneer de merrie zich ook neerlegt wil ze gedekt worden en zal ze een eisprong opwekken. De merrie wordt best eens getest op zwangerschap enkele weken na de bevruchting. Indien ze zwanger zijn draagt de merrie 11,5maand. Wij hebben al voor gehad dat ze een maand vroeger of een maand later bevallen. Indien de cria te vroeg geboren is kan het zijn dat de moeder te weinig biestmelk heeft kunnen geven. Dan is het belangrijk om kunstbiest (binnen de 6uur) of plasma bij te geven als je ziet dat het veulen erg zwak is. Plasma geven laat je doen door je dierenarts. De bevalling verloopt meestal natuurlijk. Wanneer je een het kopje en de pootjes ziet komen is alles in orde en gaat de merrie een goede bevalling tegemoet. Vanaf 3 weken na de bevalling is de merrie terug vruchtbaar en kan ze opnieuw drachtig worden.
Eten en drinken De alpaca’s drinken als cria vooral melk bij de moeder. Wanneer ze ouder worden gaan ze water drinken. Alpaca’s hebben iedere dag vers water nodig dat fris is. Drinkbakken moeten regelmatig gereinigd worden tegen algen. Alpaca’s leven op een weide waar ze vers gras kunnen eten. Wij geven altijd nog hooi bij en extra voeders. Zo krijgen ze de nodige vitaminen binnen. Alpaca’s willen ook kunnen schuilen. Een schuilhok is aangeraden voor de dieren. Het is ook handig om ze binnen eten te geven. Zo zie je u dieren van dichtbij en heb je het snel gezien wanneer er iets mis is.
Verzorging Alpaca’s hebben veel wol. Het is zeker aangeraden om je alpaca jaarlijks te scheren in het voorjaar. In de zomer hebben ze een dunne laag wol en tegen de winter hebben ze terug een dikke laag wol. Zo zijn ze beschermt tegen alle soorten weer. Hun nagels moeten regelmatig geknipt worden en ook hun tanden worden, wanneer nodig, best bijgeslepen. Wanneer je ziet dat hun nagels te lang zijn, worden deze best bijgeknipt. Zo voorkom je dat hun tenen kromgroeien. Alpaca’s worden bij ons regelmatig gecontroleerd tegen schurft aangezien ze schurftgevoelig zijn. Indien ze schurft hebben worden ze behandelt. Als je merkt dat je alpaca ziek is verwittig je meteen je dierenarts! Een alpaca laat namelijk maar laat zien dat hij zich niet goed voelt. Wanneer je iets vreemds aan de uitwerpselen ziet van de alpaca bijvoorbeeld wormpjes of diarree verwittig je ook je dierenarts. En als laatste is het belangrijk dat je alpaca niet te mager of te dik komt om gezond te zijn. Dit kan je het best weten door te voelen net boven de heupen op de ruggengraat. Wanneer je enkel beenderen voelt is de alpaca te mager. Als je geen beenderen meer voelt is de alpaca te dik. Ideaal gewicht van een volwassen dier is rond de 65 kg. Een hengst is vaak iets zwaarder al kunnen sommige merries ook wel zwaarder zijn. Veel hangt af van hun bouw, grootte, hoeveelheid wol want wol weegt ongeveer 3kg soms zelfs meer of minder, dit hangt af van dier tot dier.
Hoe ga je met een alpaca om? Alpaca’s zien er altijd erg schattig uit. Ze komen graag snuffelen en zijn erg nieuwsgierig. Vaak komen ze dan naar je toe om eens te ruiken. Je moet dan niet roepen of weglopen want dan laat je de alpaca schrikken. Blijf zelf ook rustig, dan zijn de dieren ook rustig. Wanneer ze zich bedreigt voelen kan het zijn dat ze spuwen, dit doen ze meestal naar elkaar wanneer ze eten, als de hengsten hun rangorde willen bepalen of wanneer de hengst een drachtige merrie opnieuw wil dekken spuwt de merrie naar de hengst omdat ze niet opnieuw gedekt wil worden.